Frank Spierings (foto) heeft de voorzittershamer in het bestuur van De Kansenfabriek overgedragen aan Ferdi Kwetters. Spierings is drie jaar lang voorzitter geweest. “Ik treed terug op een moment dat het doel dat ik mezelf had gesteld, in mijn ogen is gehaald: dat er een organisatie op de rails staat die goed draait. Dat heb ik niet in mijn eentje gedaan, daar verdient iedereen in De Kansenfabriek complimenten voor.”
Drie jaar geleden trof hij een Kansenfabriek aan ‘waar heel veel mensen heel hard werkten, maar waar toch nog structuur ontbrak’. De grote omslag die in die drie jaar heeft plaatsgevonden is de opsplitsing van taken. “Ik ben een van de architecten geweest die hebben gewerkt aan een andere invulling die beter te behappen was. Daarvoor lagen er te veel taken bij één persoon. Nu zijn die taken beter verdeeld over een algemeen manager, de kok, iemand voor de overige horeca en de administratie. Ook de geldstromen en de subsidies zijn nu geregeld. Ik laat een goedlopende organisatie achter en wens Ferdi veel succes bij het verder uitbouwen van ons succes.”
Manager Miriam Vaarties zal Frank herinneren ‘als iemand die heel betrokken was, zowel bij iedereen die hier werkt als bij de gasten’. “Iedereen kent hem.” “Hij heeft altijd vertrouwen in mij gehad, achter me gestaan en mij dingen op mijn eigen manier laten doen”, vervolgt ze. “Hij heeft me ook gecoacht. Als dingen niet rechtsom kunnen, dan maar linksom, daar vonden wij elkaar in. Frank is een ondernemer die weet dat je soms nu moet investeren en knopen moet doorhakken om dingen voor elkaar te krijgen. Dat heeft hij goed gedaan.” Frank reageert: “Ik heb inderdaad als het nodig is een no-nonsense mentaliteit, niet lullen maar poetsen, waarbij ik mensen het liefst in hun kracht zet.” Miriam: “Er is onder zijn leiding een enorme omslag geweest, met succes.”
Frank is ‘trots op wat er nu staat in de Kansenfabriek’. “Mijn advies aan mensen: ga er eens kijken of een keertje eten.” Miriam: “Wij verrassen mensen.” Frank: “De Kansenfabriek begint op het dorpsplein te lijken dat we al een tijd voor ogen hebben.”